Informatie over het woord lonen (Nederlands → Esperanto: valori)

Synoniem: waard zijn

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈlonə(n)/
Afbrekinglo·nen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) loont(hij) loonde
(zij) lonen(zij) loonden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) lone(dat hij) loonde
(dat zij) lonen(dat zij) loonden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
lonend, lonende(hebben) geloond

Vertalingen

Catalaansésser vàlid; valer
Deensvære værd
Duitsaufwiegen; gelten; sich verlohnen; wert sein
Engelsbe worth
Esperantovalori
Faeröershava virði; vera verdur
Fransvaloir
Italiaansvalere
Papiamentsbal
Portugeester valor de; valer
Saterfriesjäilde; wäid weese
Spaanstener valor; valer
Westerlauwers Friesbedrage
Zweedsgälla