Informatie over het woord gelten (Duits → Esperanto: valori)

Synoniemen: aufwiegen, sich verlohnen, wert sein

Uitspraak/ˈɡɛltən/
Afbrekinggel·ten
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) gelte(ich) galt
(du) giltst(du) galtest, galtst
(er) gilt(er) galt
(wir) gelten(wir) galten
(ihr) geltet(ihr) galtet
(sie) gelten(sie) galten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) gelte(ich) gölte, gälte
(du) geltest(du) göltest, gältest
(er) gelte(er) gölte, gälte
(wir) gelten(wir) gölten, gälten
(ihr) geltet(ihr) göltet, gältet
(sie) gelten(sie) gölten, gälten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
geltend(haben) gegolten

Vertalingen

Catalaansésser vàlid; valer
Deensvære værd
Engelsbe worth
Esperantovalori
Faeröershava virði; vera verdur
Fransvaloir
Italiaansvalere
Nederlandslonen; waard zijn
Papiamentsbal
Portugeester valor de; valer
Saterfriesjäilde; wäid weese
Spaanstener valor; valer
Westerlauwers Friesbedrage
Zweedsgälla