Informatie over het woord verbeiden (Nederlands → Esperanto: atendi)

Synoniemen: wachten, wachten op, opwachten, afwachten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈbɛi̯də(n)/
Afbrekingver·bei·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verbeid(ik) verbeidde
(jij) verbeidt(jij) verbeidde
(hij) verbeidt(hij) verbeidde
(wij) verbeiden(wij) verbeidden
(jullie) verbeiden(jullie) verbeidden
(gij) verbeidt(gij) verbeiddet
(zij) verbeiden(zij) verbeidden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verbeide(dat ik) verbeidde
(dat jij) verbeide(dat jij) verbeidde
(dat hij) verbeide(dat hij) verbeidde
(dat wij) verbeiden(dat wij) verbeidden
(dat jullie) verbeiden(dat jullie) verbeidden
(dat gij) verbeidet(dat gij) verbeiddet
(dat zij) verbeiden(dat zij) verbeidden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verbeidverbeidt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verbeidend, verbeidende(hebben) verbeid

Voorbeelden van gebruik

Ik in ieder geval verbeid jouw berichten met ongeduld.

Vertalingen

Afrikaanswag; inwag; wag vir
Catalaansesperar
Deensforvente; vente
Duitsgewärtigen; harren; warten; erwarten; warten auf; abwarten; rechnen mit; rechnen auf; drohen; bevorstehen
Engelswait for; bide
Engels (Oudengels)abidan; bidan
Esperantoatendi
Faeröersbíða; vænta
Finsodottaa
Fransattendre
Hongaarsvár; várakozik
IJslandsvænta
Italiaansaspettare
Jamaicaans Creoolswiet; wiet pan
Maleisharapkan; mengharapkan; menunggu; tunggu
Nederduitstöven
Noorsvente; forvente
Papiamentsspera; warda
Poolsczekać na
Portugeesaguardar; esperar; estar à espera de
Roemeensaștepta
Russischждать; подождать
Saterfriesferwachtje; täiwe; wachtje
Schots-Gaelischfeith
Spaansaguardar; esperar
Thaisคอย
Turksbeklemek
Westerlauwers Friesbiidzje; wachtsje
Zweedsforvänta; vänta; vänta sig