Informatie over het woord drohen (Duits → Esperanto: atendi)

Synoniemen: gewärtigen, harren, warten, erwarten, warten auf, abwarten, rechnen mit, rechnen auf, bevorstehen

Uitspraak/ˈdroːən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(er) droht(er) drohte
(sie) drohen(sie) drohten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(er) drohe(er) drohte
(sie) drohen(sie) drohten
Gebiedende wijs
(du) drohe
(ihr) droht
drohen Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
drohend(haben) gedroht

Vertalingen

Afrikaanswag; inwag; wag vir
Catalaansesperar
Deensforvente; vente
Engelswait; wait for; bide
Engels (Oudengels)abidan; bidan
Esperantoatendi
Faeröersbíða; vænta
Finsodottaa
Fransattendre
Hongaarsvár; várakozik
IJslandsvænta
Italiaansaspettare
Jamaicaans Creoolswiet; wiet pan
Maleisharapkan; mengharapkan; menunggu; tunggu
Nederduitstöven
Nederlandswachten; wachten op; opwachten; afwachten
Noorsvente; forvente
Papiamentsspera; warda
Poolsczekać na
Portugeesaguardar; esperar; estar à espera de
Roemeensaștepta
Russischждать; подождать
Saterfriesferwachtje; täiwe; wachtje
Schots-Gaelischfeith
Spaansaguardar; esperar
Thaisคอย
Turksbeklemek
Westerlauwers Friesbiidzje; wachtsje
Zweedsforvänta; vänta; vänta sig