Informasie oor die woord dag (Nederlands → Esperanto: tago)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/dɑx/
Afbrekingdag
Geslagmanlik
Genitiefdaags
Meervouddagen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
dagjedagjes

Voorbeelde van gebruik

Een dag eerder werd al het nabijgelegen Reni getroffen, ook een havenstad die belangrijk is voor de uitvoer van Oekraïens graan.
De dag was op Splinter Alpha eigenlijk enkele uren te lang.
Hij moest het een paar dagen kunnen uitzingen.
Het duurt slechts enkele dagen.
Een schrikkeljaar is een kalenderjaar met 366 dagen in plaats van 365.

Vertalinge

Afrikaansdag
Albaniesditë
Deensdag
DuitsTag
Engelsday
Engels (Ou Engels)dæg
Esperantotago
Faroëesdagur
Finspäivä
Fransjour
Grieksηπέρα; μέρα
Hawaiïesao; lā
Hongaarsnap
Italiaansgiorno;
Jamaikaanse Patoisdie
Jiddisjטאָג
Katalaansdia
Latyndies
LuxemburgsDag
Maleishari; siang
Nederduitsdag
Noorsdag
Papiamentsdia
Poolsdzień
Portugeesdia
Roemeenszi
Russiesдень
SaterfriesDai
Skotsday
Skots-Gaelieslatha; là
Spaansdía
Sranandey
Swahilimchana
Sweedsdag
Tagalogaraw
Thaiกลางวัน; วัน
Tsjeggiesden
Turksgün; gündüz
Walliesdydd; diwrnod
Wes‐Friesdei
Yslandsdagur