Informatie over het woord visit (Engels → Esperanto: fari viziton al)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvɪzɪt/
Afbrekingvis·it
Shaw‐alfabet𐑝𐑦𐑟𐑦𐑑
Deseret‐alfabet𐑂𐐮𐑆𐐮𐐻

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) visit(I) visited
(thou) visitest(thou) visitedst
(he) visits, visiteth(he) visited
(we) visit(we) visited
(you) visit(you) visited
(they) visit(they) visited
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) visit (I) visited
(thou) visit(thou) visited
(he) visit(he) visited
(we) visit(we) visited
(you) visit(you) visited
(they) visit(they) visited
Gebiedende wijs
visit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
visitingvisited

Vertalingen

Esperantofari viziton al
Nederlandseen bezoek brengen aan