Informatie over het woord force (Engels → Esperanto: devigi)

Synoniemen: compel, constrain, necessitate, oblige, require

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/fɔːs/
Afbrekingforce
Shaw‐alfabet𐑓𐑹𐑕

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) force(I) forced
(thou) forcest(thou) forcedst
(he) forces, forceth(he) forced
(we) force(we) forced
(you) force(you) forced
(they) force(they) forced
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) force (I) forced
(thou) force(thou) forced
(he) force(he) forced
(we) force(we) forced
(you) force(you) forced
(they) force(they) forced
Gebiedende wijs
force
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
forcingforced

Voorbeelden van gebruik

Russia’s invasion of the Ukraine has now forced the US to shift its full attention to Europe.
In May, the two strip clubs in Williston were forced to close as penalty for liquor law violations.

Vertalingen

Afrikaansdwing
Albaneesdetyroj
Catalaansobligar
Deenstvinge
Duitszwingen
Esperantodevigi
Fransimposer; obliger; obliger à
IJslandsneyða; þvinga
Italiaansforzare
Latijncoercere
Maleispaksa … memaksa
Nederlandsdwingen; noodzaken; verplichten
Noorstvinge
Papiamentsfòrsa; forsa; obligá
Poolszmusić
Portugeesconstranger; forçar; obrigar
Roemeensforța; sili
Saterfriestwinge
Spaansforzar; obligar
Sranandwengi
Thaisข่มเหง
Tsjechischdonucovat; donutit; nutit; přinutit
Westerlauwers Friesferplichtsje
Zweedstvinga