Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord zoetzuur

Nederlands → Esperanto
  
NederlandsEsperanto
zoetzuur
(bitterzoet)
(lieflijk)
dolĉe
(snoep; zoetigheid)
(liefelijk; lieflijk)
(ongezouten)
🔗 Vanaf begin jaren zeventig vormde de Haringvlietdam een barrière tussen de zoute Noordzee en het zoete Haringvliet.
🔗 De herbergier trok een zuur gezicht en durfde Reith niet in de ogen te zien.
🔗 Welke zuren kent ge die dan tevens ontstaan?
(wrang)
malfacilege
(nors; stuurs)
🔗 Hij werd hoe langer hoe zuurder.
penige
vinagraĵa
(wrang)
🔗 „Ik zal mijn best doen”, zei de oudere vrouw zuur.
🔗 De soep is zuur geworden.