Informatie over het woord zoetigheid (Nederlands → Esperanto: dolĉaĵo)

Synoniemen: snoep, snoepgoed, zoet

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈzutəxɦɛi̯t/
Afbrekingzoe·tig·heid
Geslachtvrouwelijk
Meervoudzoetigheden

Voorbeelden van gebruik

Ik heb wat zoetigheid voor je meegebracht.

Vertalingen

DuitsSüßigkeit; Süßes; Balsam
Engelscandy
Esperantodolĉaĵo
Fransfriandise
Portugeescoisa doce; doce