Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord vrijgevig

Nederlands → Esperanto
  
NederlandsEsperanto
(genereus; gul; kwistig; royaal; scheutig) ()
🔗 Salt Lake City is de vrijgevigste stad van Amerika.
(offervaardig)
oferema
🔗 Ze was erg vrijgevig en bezat een aanzienlijk eigen vermogen.
🔗 Gij gaaft het al.
(aangeven; verlenen; uitbrengen)
🔗 Geef me vijf minuten.
🔗 Hoeveel geef je voor deze jas?
(toebrengen)
🔗 Waar kan ik een feest geven?
(opbrengen; bieden)
🔗 De hemel geve dat het zo is.
(opleveren)
🔗 Het gras op de weide verdorde en de koe gaf geen melk.
🔗 De meeste prikken kunnen de eerste 2 dagen koorts geven.
(schenken)
🔗 Hadden ze hem de taak gegeven ons te vertellen wanneer we zouden vertrekken?
🔗 Kinderen zijn vrij om te denken wat ze willen.
(ongedwongen; ongegeneerd; vrijmoedig; vrijpostig)
senĝene
(aardig; tamelijk; redelijk) ()
🔗 Misschien maak ik daarom een vrij goedhartige indruk.
(los)
malstreĉita
(leeg; onbezet; open)
(los)
loza
(los; op vrije voeten)
🔗 Een 58‐jarige vrouw uit Langenboom, die wordt verdacht van mishandeling van een aantal pleegkinderen, is weer vrij.
(los; ongedwongen; vrijelijk; vrijuit)
🔗 Ik kan dus vrij over hem schrijven.
(gratis; kosteloos)
(onbelemmerd)
🔗 Kinderen krijgen geen vrije toegang tot musea.
(onbezet)
🔗 Er komt een kamer vrij in ons huis.
🔗 Nederland was weer vrij.
(onbelemmerd)
🔗 Is roken inderdaad een vrije keus of niet?
🔗 Bent u weer vrij van zorgen?
(goedgeefsheid; gulheid; royaliteit; scheutigheid) (; )
🔗 Niemand deed ooit tevergeefs een beroep op hem, en zijn vrijgevigheid was nagenoeg spreekwoordelijk, en zijn personeel droeg hem op handen.