Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord hogerop

Nederlands	Esperanto
hogerop bijwoord	pli alten onbekende woordsoort
hogerop bijwoord	pli alte onbekende woordsoort
hoog bijvoeglijk naamwoord (verheven)	alta bijvoeglijk naamwoord
hoog bijwoord	alte bijwoord
op bijvoeglijk naamwoord	ellitiĝinta bijvoeglijk naamwoord
op bijvoeglijk naamwoord	eksterlita bijvoeglijk naamwoord
op bijvoeglijk naamwoord (uitgeput; uitverkocht)	elĉerpita bijvoeglijk naamwoord
op bijvoeglijk naamwoord	elspezita bijvoeglijk naamwoord
op bijvoeglijk naamwoord (versleten)	eluzita bijvoeglijk naamwoord
op bijvoeglijk naamwoord	formanĝinta bijvoeglijk naamwoord
op bijvoeglijk naamwoord (verbruikt)	foruzita bijvoeglijk naamwoord
op voorzetsel (aan; jegens; met; om; te; tot; voor)	je voorzetsel
op bijvoeglijk naamwoord	leviĝinta bijvoeglijk naamwoord
op bijwoord (naar boven; omhoog)	supren bijwoord
op voorzetsel (aan; boven op)	sur voorzetsel
op voorzetsel (binnen; in; per; te; van; aan)	en voorzetsel
op (uit; van)	el
op voorzetsel (aan; bij; naar; tegen; tot; voor)	al voorzetsel
op voorzetsel (om; voor)	por voorzetsel
op voorzetsel (aan; bij)	ĉe voorzetsel
op voorzetsel (aan; in; met; naar; omtrent; over; van; voor)	pri voorzetsel
op voorzetsel (langs; naar; volgens)	laŭ voorzetsel
op voorzetsel (bij; in; onder; met)	dum voorzetsel ( daŭre de voorzetsel ; en la daŭro de voorzetsel )