Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord waarheid

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(waarachtigheid)
🔗 Ik wist dat hij de waarheid niet sprak.
(heus; voorwaar; werkelijk);
🔗 Antwoord mij naar waarheid want alles kan worden nagetrokken.
om de waarheid te zeggen
(eerlijk gezegd)
to tell the truth
verdire
(leugen);

NederlandsEngels
waarheid sooth; troth; truth; truthfulness; veracity; verity
al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel liars have short memories
bezijden de waarheid beside the truth
de naakte waarheid the bare truth; the naked truth; the plain truth
de zuivere waarheid the truth and nothing but the truth
dichter bij de waarheid zijn be nearer the truth
het uur van de waarheid the hour of truth
iemand eens flink de waarheid zeggen give somebody a piece of one’s mind; sort somebody out
iemand eens goed de waarheid vertellen sort somebody out
in waarheid in truth
naar waarheid truthfully; truly
om de waarheid te zeggen to be honest; to be quite truthful; to tell the truth
waarheid als een koe truism
geloofswaarheid religious truth
onwaarheid untruth; falsehood; lie
waarheidsgetrouw veridical; truthful; faithful; true; factual
waarheidsliefde truthfulness; veracity; love of truth
waarheidslievend truthful; veracious; truth‐loving
waarheidsserum truth‐serum
waarheidszin sense of truth