Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord truly
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(genuinely; indeed; really; actually; in reality) | werkelijk | |
🔗 It is difficult to tell what any politician truly believes. | ||
(absolutely; genuinely; indeed; really; legitimately; verily; in truth; truthfully) | ; ; | |
🔗 I truly don’t think it will come to that, though. | ||
yours truly (yours faithfully; yours sincerely) | altestime | |
(right; correct; sound; valid) | ||
(genuine; legitimate; real; positive) | ; ; waarachtig | |
🔗 That is true. | ||
(faithful; loyal; upright; staunch; trusty; straightforward) | ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
truly | heus; naar waarheid; oprecht; terecht; trouw; voorwaar; waar; waarachtig; waarlijk; waratje; warempel; werkelijk |
well and truly | goed en wel |
yours truly | geheel de uwe; hoogachtend; met de meeste hoogachting; met hoogachting |
true | echt; eigenlijk; getrouw; juist; oprecht; overtuigd; recht; trouw; waar; waarachtig; waarheidsgetrouw; zuiver |