Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord voeg
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
voeg (naad) | ; joint | |
(betamen; passen) | befit | |
(betamen; conveniëren; gelegen komen; passen; schikken; uitkomen) |
Nederlands | Engels |
---|---|
voeg | ⇆ commissure; ⇆ joint; ⇆ seam |
geen voeg geven | ⇆ not be seemly; ⇆ not be the proper thing to do |
uit zijn voegen rukken | ⇆ put out of joint; ⇆ disrupt |
voegen | ⇆ accommodate; ⇆ become; ⇆ befit; ⇆ beseem; ⇆ joint; ⇆ merge; ⇆ point; ⇆ suit; ⇆ add; ⇆ flush |