Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord vloek

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(doem; vervloeking; verwensing);
🔗 Er rust een vloek op dit huis.
(krachtterm)
🔗 Ik hoorde een gil en een vloek.
(ban);
(ban);
;
🔗 Ik vloekte en liet het ding rinkelen.

NederlandsEngels
vloek bane; blast; curse; cuss; expletive; imprecation; jinx; malediction; oath; swear‐word
in een vloek en een zucht in two shakes; in the twinkling of an eye
banvloek anathema; ban
bastaardvloek minced oath
vloeken blaspheme; curse; execrate; swear; use bad language; clash
vloekwoord swear‐word; oath