Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord vlekken
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bekladden; bevlekken; bezoedelen; smetten) | ; ; | |
(bekladden; bezoedelen; smetten; vlekken) | ; ; | |
(bevuilen; bezoedelen; verontreinigen; vuilmaken; besmeuren; contamineren) | ; contaminate ; pollute | malpurigi |
(vlekkig) | makulita | |
(te schande maken; onteren; te schand maken) | dishonour | malhonori |
(klad; plek; smet) | ; ; ; ; | |
🔗 Hoe denk je dat die vlek is ontstaan, Satterthwaite? | ||
(buurtschap; gehucht) |
Nederlands | Engels |
---|---|
vlekken | ⇆ blot; ⇆ blotch; ⇆ fleck; ⇆ get spotted; ⇆ maculate; ⇆ mark; ⇆ smudge; ⇆ soil; ⇆ speck; ⇆ spot; ⇆ stain |
bevlekken | ⇆ smudge; ⇆ attaint; ⇆ contaminate; ⇆ maculate; ⇆ pollute; ⇆ soil; ⇆ stain; ⇆ splodge; ⇆ spot; ⇆ sully; ⇆ defile |
gevlekt | ⇆ mottled; ⇆ piebald; ⇆ pied; ⇆ spotty; ⇆ spotted; ⇆ stained |
ontvlekken | ⇆ remove stains from |
schandvlekken | ⇆ disgrace; ⇆ dishonour |
vlek | ⇆ slur; ⇆ smear; ⇆ smudge; ⇆ blemish; ⇆ blot; ⇆ blotch; ⇆ blur; ⇆ discolouration; ⇆ flaw; ⇆ fleck; ⇆ macula; ⇆ mark; ⇆ soil; ⇆ splotch; ⇆ spot; ⇆ stain; ⇆ taint; ⇆ splodge; ⇆ hamlet; ⇆ townlet; ⇆ speck |