Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord versnellen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(optrekken; accelereren)
(accelereren; bespoedigen; verhaasten);
speed up
🔗 Hij versnelde zijn pas en tikte de bejaarde stakker op de schouder.
(accelereren; zich versnellen)
(accelereren; versnellen)
🔗 Zijn stappen versnelden zich.
(haastig; schielijk; vlug; rap; rad)
fast
;
swiftly
;
expeditiously
; ; ;
🔗 Stephens draaide zich snel om.
(gauw; haastig; rap; spoedig; vlug; rad)
fast
; ; ; ; ; ;
🔗 Dat is een uur sneller dan nu.
(gauw; spoedig); ; ;
by and by
🔗 De brandweer had het vuur snel onder controle.
(gezwind; rap);
versnellend
;
acceleratory
akcelanta
versneller
(acceleratie)
🔗 Een massa van 2 kg verkrijgt een versnelling van 3 m/s².
(verhaasting)
gear
🔗 De wagen reed de oprijlaan op en schakelde hoorbaar over naar een lagere versnelling om tegen de kleine heuvel op te klimmen die naar het huis leidde.
(acceleratie)
plirapido

NederlandsEngels
versnellen accelerate; speed up; step up
de pas versnellen quicken one’s pace
zich versnellen accelerate
snel snap; apace; expeditious; expeditiously; express; fast; fast‐moving; feathered; fleet; high‐speed; in a hurry; presto; prompt; quick; rapid; rapidly; ready; with dispatch; swift; swiftly; speedy; sharp; summary; upbeat; at speed
versneld double‐quick; faster; quicker; stepped‐up
versnellend accelerative; acceleratory
versneller accelerator
versnelling acceleration; gear; gearing; speed; speed‐up