Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord snap
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
snap (clap; clatter; click; crack; rattle; flap) | ; | |
snap (click) | ||
snap (photo; photograph; snapshot) | ; | |
snap at (snarl at; snub) | ; | |
snap bean (green bean; French bean; string‐bean; haricot) | ; snijboon | |
(antirrhinum; garden snapdragon) | ; | |
🔗 The tall snapdragons can also be pulled down and made to cover a surprising space of bare ground with flowering side‐shoots | ||
snapdragon (common snapdragon) | grote leeuwebek ; | |
snappy (sharp‐toned; shrill; tard; sharp) | ; | |
snapshot (photo; photograph; snap) | ; | |
snapshot | ||
(balsam; impatiens; jewelweed; touch‐me‐not; noli‐me‐tangere) | ; ; | |
(common bitter‐cress; hairy bitter‐cress; flickweed) | kleine veldkers |
Engels | Nederlands |
---|---|
snap | afdrukken; afknappen; barst; beet; bliksem‐; breuk; dichtklappen; doen afknappen; doen knappen; een foto maken van; hap; hapje; happen; kiek; kieken; kiekje; klap; klappen; knak; knakken; knallen; knap; knapkoek; knappen; knik; knip; knipbeugel; knippen; knippen met; onverwacht; slot; slotje; snap; snauwen; snel; snip‐snap; springen |
a cold snap | plotseling invallende vorst |
have one’s head snapped off | afgesnauwd worden |
snap and snarl | grauwen en snauwen |
snap at | afbekken; afkatten; afsnauwen; gretig aangrijpen; happen naar; snauwen tegen; toebijten; toesnauwen |
snap off | afbijten; afknappen |
snap one’s fingers | met de vingers knippen |
snap out of it | het van zich afschudden; wakker worden; zich er overheen zetten |
snap shut | dichtknippen |
snap somebody’s head off | iemand afbekken; iemand afsnauwen |
snap to | dichtklappen |
snap up | inpikken; oppikken; opvangen; strijken met; wegkapen; wegpikken; wegrissen |
snapdragon | grote leeuwebek; leeuwebek; leeuwebekje |
snappish | bits; snauwerig; snibbig |
snappy | bits; flitsend; sjiek; snibbig |
snapshot | kiek; kieken; kiekje; momentopname |
snapweed | balsamien; balsemien; kleine veldkers; ruige veldkers; springzaad |