Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitgestrekt

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(groot; ruim; uitgebreid; wijd; extensief)
extensive
; ;
🔗 „Ach,” sprak heer Ollie, „eenvoudige lieden zijn al gauw bang voor zo’n uitgestrekt woud.”
(uitgebreidheid; wijdte)
expanse
expanse
;
expansion
; ;
🔗 Urenlang vlogen ze over de eindeloze uitgestrektheid van de zee.
(rekken; strekken; uitbreiden; uitsteken); ;
stretch out
🔗 Toen strekte Taurus een hand uit en greep de rand, trok zich op en werkte zich eroverheen.

NederlandsEngels
uitgestrekt expansive; extended; extensive; far‐flung; outstretched; prostrate; vast; wide; widespread
uitgestrektheid amplitude; comprehensiveness; expanse; expansion; extensiveness; extent; reach; tract; spread; stretch; sweep
uitstrekken extend; reach; stretch; stretch forth; stretch out; reach out