Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord samenkomen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bijeenkomen; vergaderen) | assemble ; ; ; convene | |
🔗 Maar laat ik u eerst vertellen waarom wij hier samengekomen zijn. | ||
(samenlopen) | converge | |
(samenscholen) | assemble | |
🔗 Dat komt dan op € 108,16. | ||
🔗 Maar stil, wie komt daar? | ||
(klaarkomen) | ||
🔗 „Ik kom” schreeuwt hij en meteen spuit hij zijn zaad in haar kut. | ||
🔗 En daar kwam de klap. | ||
🔗 De wind kwam uit het westen. | ||
(tezamen) | jointly ; | |
🔗 Die mensen doen werkelijk alles samen. | ||
(aaneen; bijeen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk) | ||
🔗 Wie had Charles en Allen ooit samen gezien? | ||
samenkomst (bijeenkomst; vergadering) |
Nederlands | Engels |
---|---|
samenkomen | ⇆ assemble; ⇆ centre; ⇆ convene; ⇆ flock; ⇆ flock together; ⇆ forgather; ⇆ gather; ⇆ get together; ⇆ meet; ⇆ meet up; ⇆ merge; ⇆ rendez‐vous |
komen | ⇆ call; ⇆ call for; ⇆ come; ⇆ come along; ⇆ get; ⇆ amount |
samen | ⇆ together; ⇆ in tandem |
samenkomst | ⇆ concurrence; ⇆ confluence; ⇆ conflux; ⇆ interview; ⇆ meeting |