Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord kruis

Engels/Nederlands
Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
loin
🔗 Daar stond hij nu, midden in Gent, met enkel een bierviltje voor zijn kruis.
🔗 Persbureau AFP meldt dat de kruisen van de kerken worden gesloopt, en christelijke manuscripten worden verbrand.
🔗 Als die gieren er niet waren, zou een krachtig lichaam als dat van u dagenlang aan het kruis in leven kunnen blijven.
🔗 Billy nam zijn pet af en sloeg een kruis.
Saint Andrew’s cross
(swastika)
swastika
🔗 Door onbekenden zijn op de muren van het gebouw grote hakenkruisen geschilderd.
(banderol; wikkel)
wrapper
;
(crucifix)
crucifix
🔗 Mijn vaders moeder was behoorlijk godsdienstig, maar in de jaren dertig ging het kruisbeeld van de wand en kwam er een portret van Adolf Hitler boven haar bed te hangen.
crossbill
common crossbill
malgranda krucbekulo
(klapbes)
(transept)
transept
crosswort
krucfolia galio
(kruisbladige wolfsmelk)
caper spurge
;
paper spurge
;
mole plant
krucfolia eŭforbio
cross‐bow
🔗 Hij droeg een gespannen, van een korte pijl voorziene kruisboog.
(ogief; spitsboog)
ogive
eryngo
;
sea‐holly
field eryngo
kruciĝe
crossways
;
laŭlarĝe
(dwars)
crosswise
transverse
krucforme
kruci
🔗 Halverwege wordt de straat gekruist door het Spui.
(kloostergang)
cloister
🔗 De kelk kwam in handen van ene Jozef van Arimatea, die naar men zegt in de kelk het bloed opving uit de wonden van de gekruisigde Christus.
;
groundsel
leopard plant
ligulario
(kruising; viersprong; wegkruising)
cross‐roads
; ; ;
junction
;
point of intersection
🔗 Want Breeg stond op een oud kruispunt van wegen.
🔗 Het hoofdkwartier van de Russische Zwarte Zeevloot in Sevastopolʹ werd onder meer getroffen door kruisraketten.
(kruiswoordpuzzel)
crossword puzzle
🔗 Hij wierp weer een blik op het kruiswoordraadsel.

NederlandsEngels
kruis⇆ cross; ⇆ crotch; ⇆ croup; ⇆ crown; ⇆ crupper; ⇆ crux; ⇆ pain; ⇆ rood; ⇆ seat; ⇆ sharp; ⇆ slack; ⇆ small of the back
een kruis slaan⇆ bless oneself; ⇆ make the sign of the cross; ⇆ cross oneself
iemand het heilige kruis nageven⇆ be glad to see the back of somebody
borstkruis⇆ pectoral cross
erekruis⇆ cross of merit
grootkruis⇆ grand cross
hakenkruis⇆ fylfot; ⇆ swastika
kruisafneming⇆ descent from the cross; ⇆ deposition from the cross
kruisbeeld⇆ crucifix
kruisbek⇆ crossbill; ⇆ red crossbill; ⇆ common crossbill
kruisbes⇆ gooseberry
kruisbestuiving⇆ cross‐fertilization
kruisbeuk⇆ transept
kruisbladwolfsmelk⇆ caper spurge; ⇆ paper spurge; ⇆ gopher spurge; ⇆ gopher plant; ⇆ mole plant
kruisboog⇆ arbalist; ⇆ ogive; ⇆ cross‐bow
kruisdood⇆ death on the cross
kruiselings⇆ across; ⇆ crosswise; ⇆ crossways
kruisen⇆ crucify; ⇆ cruise; ⇆ grade; ⇆ interbreed; ⇆ intersect; ⇆ traverse; ⇆ cross
kruisgang⇆ cloister
kruisgewelf⇆ groined vault; ⇆ cross vault
kruisgewijs⇆ crosswise; ⇆ crossways
kruishout⇆ cross‐beam
kruisigen⇆ crucify
kruiskerk⇆ cruciform church
kruiskruid⇆ groundsel; ⇆ ragwort; ⇆ leopard plant
kruisnet⇆ square fishing‐net
kruispeiling⇆ cross bearing
kruispunt⇆ cross‐roads; ⇆ crossing; ⇆ intersection; ⇆ cross‐road; ⇆ point of intersection; ⇆ junction
kruisraam⇆ cross window
kruisraket⇆ cruise missile
kruisridder⇆ knight of the cross
kruisschroevedraaier⇆ cross‐tip screwdriver
kruissnede⇆ crucial incision
kruisspin⇆ cross‐spider
kruisstandig⇆ decussate; ⇆ decussated
kruissteek⇆ cross‐stitch
kruisteken⇆ sign of the cross
kruistocht⇆ crusade; ⇆ cruise
kruisvaarder⇆ crusader
kruisvaart⇆ crusade
kruisverband⇆ cross‐bond; ⇆ cross‐bandage
kruisvereniging⇆ medical welfare society
kruisverhoor⇆ cross‐examination
kruisvormig⇆ crucial; ⇆ cruciform; ⇆ cross‐shaped
kruiswoordraadsel⇆ crossword; ⇆ crossword puzzle
ordekruis⇆ cross