Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord jongen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(knaap; joch);
🔗 Maar waar is die jongen nu?
ouwe jongen
old boy
country lad
young one
🔗 Een dag na het ringen vond ik een jong dood op de bodem van de kooi.
(jeugdig);
🔗 Was ik nog maar jong!
boyish
;
urchin
🔗 Misschien kunt u een leerjongen in dienst nemen.
errand‐boy
🔗 Ben ik soms de loopjongen hier?
(scholier)
schoolboy
🔗 Een jonge officier overtuigde de schooljongens op de heuvel ervan dat ze konden ophouden met zingen.
straatjongen
ragamuffin
(tiener; teenager)
🔗 De 24‐jarige Carissa Hads uit Massachusetts heeft een meisje van 15 doen geloven dat ze een tienerjongen was en had seks met haar.

NederlandsEngels
jongen boy; breed; bring forth young; calve; chap; cub; fawn; foal; guy; kid; kitten; lad; laddie; lamb; litter; pig; pup; whelp; young; youth
een aap van een jongen a rascal; a little rascal
ouwe jongen old bean; old boy; old cock; old man; old sport
ballenjongen ball boy
boerenjongen country lad
boodschappenjongen messenger; errand‐boy
jong baby; cub; infant; juvenile; young; youthful; young one
jongensachtig boyish
jongensgek girl fond of boys
jongensschool boys’ school
jongensstreek boyish trick
koksjongen kitchen‐boy; cook’s boy
krullenjongen carpenter’s apprentice; factotum
kwajongen ape; whelp; mischievous boy; naughty boy
leerjongen apprentice
liftjongen liftboy
loopjongen cad; devil; errand‐boy; messenger boy; office‐boy
rotjongen brat; little stinker
scheepsjongen shipboy; cabin‐boy
schooljongen schoolboy
slagersjongen butcher’s boy
snotjongen whipper‐snapper; snot‐nosed little bastard
staljongen horse‐boy; stable‐boy
straatjongen street arab; gutter‐snipe; street‐boy