Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord huiskamer
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
familia ĉambro | ||
(woonvertrek; woonkamer; zitkamer) | ; sitting‐room | |
🔗 Die lag evenals de huiskamer aan de voorzijde, maar was kleiner en had maar één raam. | ||
🔗 Zeker 40.000 huizen in de hoofdstad Manilla zijn verwoest. | ||
🔗 Er moet hier in huis veel veranderen. | ||
(hartkamer; holte) | ventricle | |
(lokaal; vertrek) | ||
🔗 Ze is niet op haar kamer! | ||
Nederlands | Engels |
---|---|
huiskamer | ⇆ living‐room; ⇆ morning‐room; ⇆ sitting‐room |
huis | ⇆ establishment; ⇆ home; ⇆ house; ⇆ housing; ⇆ place; ⇆ premises; ⇆ residence; ⇆ tenement |
kamer | ⇆ chamber; ⇆ den; ⇆ pad; ⇆ room; ⇆ ventricle |