Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord hoofdzaak
| Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
quintessence | ||
| ; staple | ||
🔗 Maar het meubel stond nu waar het staan moest en dat was de hoofdzaak, zoals heer Bommel tot zichzelf zei. | ||
| (hoofdzakelijk; voornamelijk) | ||
🔗 Van slechts één kikker is bekend dat in hoofdzaak plantaardig materiaal gegeten wordt. | ||
| (kop) | ||
🔗 De dokter schudde het hoofd. | ||
| (rubriek) | heading | |
| (opschrift) | superscription ; inscription | |
| (aanvoerder; baas; chef; hoofdman; leider) | ; ; | |
🔗 Hoe lang is meneer Price al het hoofd van de bibliotheek? | ||
| (in hoofdzaak; vooral; voornamelijk) | ; ; | |
🔗 Ze leefden nog hoofdzakelijk van de jacht, maar de zuidelijke stammen hadden al enkele eeuwen veeteelt bedreven. | ||
🔗 Of ik me de zaak Crale herinner? | ||
| ; ; ; | ||
🔗 Geef ons drie dagen om onze zaken te regelen. | ||
| (ding) | ; | |
| (winkel) | ; | |
🔗 Jullie hebben mijn zaak geplunderd! | ||
| ; | ||
| ; ; | ||
| (affaire; kwestie; aangelegenheid) | ; ; | |
🔗 Dat is in hoge mate mijn zaak. | ||
| Nederlands | Engels |
|---|---|
| hoofdzaak | ⇆ essential; ⇆ main point; ⇆ main thing; ⇆ substance |
| in hoofdzaak | ⇆ in the general; ⇆ in the mains; ⇆ mainly; ⇆ primarily; ⇆ in substance; ⇆ substantially; ⇆ in the main; ⇆ on the whole |
| hoofd | ⇆ chief; ⇆ chieftain; ⇆ crown; ⇆ don; ⇆ executive; ⇆ forewoman; ⇆ head; ⇆ heading; ⇆ headline; ⇆ master; ⇆ mistress; ⇆ noddle; ⇆ principal; ⇆ warden; ⇆ top; ⇆ loaf; ⇆ knob; ⇆ nut; ⇆ leader; ⇆ headlines |
| hoofdzakelijk | ⇆ chiefly; ⇆ for the most part; ⇆ principally; ⇆ mainly |
| hoofdzaken | ⇆ essentials |
| zaak | ⇆ affair; ⇆ business; ⇆ case; ⇆ cause; ⇆ concern; ⇆ job; ⇆ matter; ⇆ outfit; ⇆ part; ⇆ place; ⇆ premises; ⇆ proposition; ⇆ thing; ⇆ show; ⇆ transaction |