Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord gezichtspunt
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(standpunt; oogpunt) | viewpoint ; point of view ; | |
(air; uitzicht) | ||
🔗 Zijn gezicht stond ernstig. | ||
(zicht; zien) | ; ; ; | |
(aangezicht; aanschijn; facie; gelaat; porem; toet; ponem) | ||
🔗 Hij herkende enkele gezichten. | ||
(schouwspel) | ; | |
🔗 Het was een akelig gezicht. | ||
(droombeeld; droomgezicht; visioen) | ||
(gezichtsvermogen) | ||
🔗 Zijn gezicht was zo armzalig dat hij uit den top van een boom een konijn helemaal niet zou hebben kunnen zien en hij zou een vos voor een muis gehouden hebben. | ||
; | ||
🔗 Ik heb hierin de belangrijkste punten genoteerd. | ||
(piek) | ||
🔗 De punt van het mes prikte in de huid van zijn keel. | ||
(oog; stip) | ; ; full stop ; | |
; | ||
🔗 Zo zijn er scholen die eindcijfers met één punt ophogen. | ||
🔗 Laat men de cirkel terugwentelen, dan komt het punt P in O. |
Nederlands | Engels |
---|---|
gezichtspunt | ⇆ angle; ⇆ aspect; ⇆ point of view; ⇆ side; ⇆ slant; ⇆ viewpoint |
gezicht | ⇆ countenance; ⇆ eyesight; ⇆ face; ⇆ look; ⇆ mug; ⇆ view; ⇆ visage; ⇆ vision; ⇆ sight; ⇆ looks |
punt | ⇆ apex; ⇆ chapter; ⇆ corner; ⇆ count; ⇆ cusp; ⇆ dot; ⇆ fluke; ⇆ full stop; ⇆ head; ⇆ issue; ⇆ item; ⇆ mark; ⇆ neb; ⇆ nib; ⇆ nub; ⇆ particular; ⇆ peak; ⇆ period; ⇆ point; ⇆ post; ⇆ prick; ⇆ prong; ⇆ spike; ⇆ toe; ⇆ wedge; ⇆ spire; ⇆ up; ⇆ top |