Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord dwaasheid

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(zotheid)
🔗 Het leek hem een dwaasheid om zich daar doorheen te hakken.
(zotheid);
🔗 Lisel bleef staan en zag opnieuw de dwaasheid van haar eenvoudige plan onder ogen.
(malloot; zot)
🔗 Mag ik soms weten waarom je die twee dwazen hebt uitgenodigd?
(absurd; ongerijmd; onzinnig; zot)
🔗 Wat dwaas leek dat!
(dom; onverstandig; zot);
🔗 Wees niet zo dwaas.
(absurd; ongerijmd; onzinnig; zot)
absurde
foolishly
malsaĝe
🔗 Doe niet zo dwaas.

NederlandsEngels
dwaasheid absurdity; absurdness; bosh; fatuity; folly; foolery; foolishness; unreason; unwisdom
dwaas Boeotian; absurd; daft; desipient; fatuous; fond; fool; foolish; imbecile; squiffy; sappy; senseless; silly; absurdly; goosy; in a silly way