Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord dichtspijkeren

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(dik; gebonden; aaneengesloten);
🔗 Het bos werd minder dicht en de helling werd steiler.
(gesloten; toe)
closed
;
🔗 Het hek was natuurlijk weer dicht.
(compact)
compact
(nagelen)
najli
🔗 Was het doodshoofd aan de tak gespijkerd met het gezicht naar de buitenkant, of met het gezicht naar de boom?

NederlandsEngels
dichtspijkeren board up; nail down; nail up
dicht close; compact; consistent; dense; shut; thick; to; thick‐set; tight; closed; clogged; closely; densely
spijkeren nail; spike