Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord aftrekken

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(inhouden)
march off
;
(wegtrekken)
fortiri
(trekken);
(korten);
rebate
; ;
(retireren; zich terugtrekken);
subtract
subtrahi
(afrukken)
toss off
onanigi
(gereed; klaar)
🔗 Maar het portret is nog niet af.
(van; van … af)
de sur
🔗 Hij vluchtte de berg af.
deductible
dekalkulebla
deductible
subtrahebla
(aanhalen; aantrekken);
altiri
🔗 Maar het was het etiket dat Poirots aandacht trok.
(aanlokken; aantrekken);
(aftekenen; beschrijven; tekenen; uittekenen)
(tappen; uittrekken); ;
🔗 De officier trok zijn pistool en vuurde.
(slepen)
haul
;
tow
infuziĝi
(buigen; kromtrekken); ;
streki
(halen);
haul
; ;
tug
; ;
tow
;
🔗 Als je aan dit touw trekt, halen we je weer naar boven.
trati
(aftrekken; laten trekken; zetten);
🔗 „Het bespaart me in de voeding”, placht zij te zeggen wanneer ze er een voedzaam soepje van trok.
suĉi
🔗 Hij trok aan zijn sigaar.
(migreren)
(bewegen; zich bewegen; zich verroeren; zich voortbewegen)

NederlandsEngels
aftrekken abstract; bate; blow over; deduct; defalcate; draw away; draw off; extract; fire; fire off; jerk off; march off; pull; pull off; pull the trigger; retreat; subtract; tear off; toss off; wank; withdraw
… aftrekken van draw … from; pull away … from; subtract … from
aftrekken van subtract from; take from
de handen van iemand aftrekken wash one’s hands of somebody
zich aftrekken jerk off; wank; jack off; fap
af down; exeunt; out of play; off; finished; out
aftrekbaar deductible; tax‐deductible
aftrekbeurt handjob
aftrekpost deductible item
trekken attract; backpack; bob; brace; derive; draught; draw; drawing; educe; extract; flit; force; haul; hike; lug; make; migrate; move; permeate; pluck; pull; receipt; trek; tug; tweak; twitch; rule; strain; traction; go; march; warp; become warped; puff; wank off; jerk off; take out; tow; twist