Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord accentueren

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(beklemtonen; benadrukken; de klemtoon leggen op); ; ;
(beklemtonen; benadrukken; onderstrepen); ;
🔗 Woudiver accentueerde elk van zijn beschuldigingen met een houw van zijn dikke voorvinger.
(tongval)
🔗 Uw accent is onaangenaam.
(tongval)

NederlandsEngels
accentueren accent; accentuate; emphasize; point up; punctuate; stress
accent accent; emphasis; ictus; stress
accentuatie accentuation