Informatie over het woord verbreking (Nederlands → Esperanto: rompo)

Synoniemen: breken, breking, breuk, fractuur, schending, schennis

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/vərˈbrekɪŋ/
Afbrekingver·bre·king
Geslachtvrouwelijk
Meervoudverbrekingen

Voorbeelden van gebruik

Misschien wist hij van de verbreking van de verloving.

Vertalingen

Afrikaansskending
Deensbrud
DuitsBrechen; Bruch
Engelsbreaking
Esperantorompo
Fransrupture
Spaansquebradura
Westerlauwers Friesbrek