Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord sports car
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(motor‐car) | ||
(variant; variable) | ; variabele ; variant |
Engels | Nederlands |
---|---|
sports car | ⇆ sportwagen |
car | ⇆ auto; ⇆ kar; ⇆ liftkooi; ⇆ schuitje; ⇆ spoorwagen; ⇆ tram; ⇆ wagen |
sport | ⇆ dartelen; ⇆ eropna houden; ⇆ geuren met; ⇆ jacht; ⇆ pronken met; ⇆ scherts; ⇆ schertsen; ⇆ speelbal; ⇆ spel; ⇆ spelen; ⇆ speling; ⇆ sport; ⇆ sporten; ⇆ sportieve kerel; ⇆ sportieve meid; ⇆ tak van sport; ⇆ tentoonspreiden; ⇆ tentoonstellen; ⇆ tijdverdrijf; ⇆ vermaak; ⇆ zich ontspannen; ⇆ zich uitdossen in; ⇆ zich uitdossen met; ⇆ zich verlustigen |
sports | ⇆ sport; ⇆ sportwedstrijden |