Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord sheep‐farmer

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(stockman)
veedrijver
(grower);
🔗 Bears had been after the sheep, too, where a bear had not been seen in years.
(ovine)
schape‐
;
schapen‐

EngelsNederlands
sheep‐farmer schapenfokker; schapenhouder
farmer agrariër; boer; landbouwer; landman; pachter
sheep schaap; schaapje