Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord plain
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(clear; distinct; obvious; explicit; lucid; straightforward; limpid) | ||
🔗 The wheel marks were plain enough. | ||
(altogether; as a whole; on the whole; in all; overall; all in all) | alles wel beschouwd ; over het algemeen genomen ; ; ; | |
(clearly; demonstrably; distinctly; explicitly; lucidly; plainly) | ||
🔗 Speak it out plain, pedlar. | ||
plains bison | preria bizono | |
(clearly; demonstrably; distinctly; explicitly; lucidly; plain) | ||
🔗 Plainly, he had not hoped for this merciful decision. |
Engels | Nederlands |
---|---|
plain | ⇆ alledaags; ⇆ bitter; ⇆ duidelijk; ⇆ eenvoudig; ⇆ effen; ⇆ evident; ⇆ gelijkvloers; ⇆ gewoon; ⇆ glad; ⇆ jammeren; ⇆ klagen; ⇆ lelijk; ⇆ onbewerkt; ⇆ ongekleurd; ⇆ ongekunsteld; ⇆ ongelinieerd; ⇆ onomwonden; ⇆ onopgesmukt; ⇆ onverbloemd; ⇆ openhartig; ⇆ puur; ⇆ rechte steek; ⇆ rondborstig; ⇆ vlak; ⇆ vlakte; ⇆ zonder mondstuk |
as plain as a pikestaff | ⇆ zo duidelijk als wat; ⇆ zo klaar als een klontje |
as plain as day | ⇆ zo duidelijk als wat; ⇆ zo klaar als een klontje |
as plain as the nose on your face | ⇆ zo duidelijk als wat; ⇆ zo klaar als een klontje |
coastal plain | ⇆ kustvlakte |
in plain clothes | ⇆ in burger |
in plain terms | ⇆ duidelijk; ⇆ ondubbelzinnig; ⇆ onverbloemd |
in plain words | ⇆ in duidelijke taal |
plain fare | ⇆ burgerkost |
plain sailing | ⇆ een doodgewone zaak; ⇆ iets wat van een leien dakje gaat |
plains bison | ⇆ prairiebizon |
plain speak | ⇆ duidelijk taal; ⇆ openhartigheid |
plains viscacha | ⇆ pampahaas |
sandy plain | ⇆ zandvlakte |
the plain truth | ⇆ de naakte waarheid; ⇆ de ronde waarheid |
ice‐plain | ⇆ ijsvlakte |
plain‐clothes | ⇆ agent in burger; ⇆ burgerkleding; ⇆ in burger; ⇆ in burgerkleren |
plainly | ⇆ duidelijk; ⇆ eenvoudig; ⇆ kennelijk; ⇆ rond; ⇆ rondborstig; ⇆ ronduit |
plainness | ⇆ alledaagsheid; ⇆ duidelijkheid; ⇆ eenvoud; ⇆ effenheid; ⇆ klaarheid; ⇆ lelijkheid; ⇆ ongekunsteldheid; ⇆ onopgesmuktheid; ⇆ openhartigheid; ⇆ rondborstigheid; ⇆ vlakheid |
plainsman | ⇆ vlaktebewoner |
plain‐song | ⇆ eenstemmig koraalgezang |
plain‐spoken | ⇆ openhartig; ⇆ rondborstig |