Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord kiss

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
;
🔗 I just start kissing them.
;
(buss; smack); ;
Jack‐jump‐up‐and‐kiss‐me
(pansy; heart’s‐ease; heart’s delight; tickle‐my‐fancy; come‐and‐cuddle‐me; three faces in a hood; love‐in‐idleness; wild pansy)
driekleurig viooltje

EngelsNederlands
kiss elkaar kussen; klos; klossen; klots; klotsen; klotsen tegen; kus; kussen; schuimpje; zoen; zoenen
blow a kiss een kushand toewerpen; een kushandje geven; een kushandje toewerpen
blow a kiss to een kushandje geven; een kushandje toewerpen
good‐night kiss nachtzoen
Judas kiss Judaskus
kiss and make up zich verzoenen
kiss and tell uit de school klappen
kiss away afkussen; afzoenen; wegkussen
kissing cousin verre neef; verre nicht
kiss of death doodsteek
kiss of life mond‐op‐mondbeademing
kiss of peace vredekus; vredeskus
kiss one’s hand to een kushand toewerpen; een kushandje geven; een kushandje toewerpen
kiss the dust in het stof bijten; in het stof buigen
kiss the ground in het stof buigen
kiss the rod gedwee straf ondergaan
let’s kiss and be friends laten we het afkussen
throw a kiss een kushand toewerpen
Jack‐jump‐up‐and‐kiss‐me driekleurig viooltje
kiss‐curl spuuglok
kisser snufferd
kissing gezoen; vrijend
parting‐kiss afscheidskus