Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord breeding

Nederlands/Engels
Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
breeding
(education; upbringing)		;
breeding
(education; upbringing)		;
breeding
;
good breeding
(refinement)		;
welgemanierdheid
(keep; raise; rear; farm)
(bring up; educate; raise; rear); ; ;
(race; stock; strain)
horse‐breeding
inbreeding
(endogamy)

EngelsNederlands
breeding⇆ beschaafdheid; ⇆ fokkerij; ⇆ opleiding; ⇆ opvoeding; ⇆ teelt; ⇆ teling; ⇆ verwekken; ⇆ welgemanierdheid
breeding place⇆ broedplaats
breeding stallion⇆ fokhengst
chicken breeding⇆ hoenderteelt
good breeding⇆ beschaafdheid; ⇆ welgemanierdheid; ⇆ wellevendheid
selective breeding⇆ teeltkeus
breed⇆ aanfokken; ⇆ baren; ⇆ fokken; ⇆ grootbrengen; ⇆ jongen; ⇆ kweken; ⇆ opfokken; ⇆ opkweken; ⇆ opleiden; ⇆ opvoeden; ⇆ ras; ⇆ soort; ⇆ telen; ⇆ veroorzaken; ⇆ verwekken; ⇆ voortbrengen; ⇆ zich voortplanten
breeding‐bull⇆ dekstier
breeding‐cattle⇆ fokvee
breeding‐ground⇆ broedplaats; ⇆ broeinest; ⇆ kweekschool; ⇆ kweekvijver; ⇆ voedingsbodem
breeding‐season⇆ broedseizoen; ⇆ broedtijd
cattle‐breeding⇆ veefokkerij; ⇆ veeteelt
cross‐breeding⇆ kruising
horse‐breeding⇆ paardenfokkerij
ill‐breeding⇆ onbeschaafdheid
inbreeding⇆ inteelt
pig‐breeding⇆ varkensfokkerij
stockbreeding⇆ fokkerij; ⇆ veeteelt