Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord apple pip

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Tom’s mouth watered for the apple, but he stuck to his work.

EngelsNederlands
apple pip appelpit
apple áppel
pip oog; piepen; pip; pit; stemmen tegen de toetreding van; ster; te slim af zijn; toon; verslaan