Engels–Afrikaanse woordeboek

Afrikaanse vertaling van die Engelse woord small talk

Engels → Afrikaans
  
EngelsAfrikaans (onregstreeks vertaal)Esperanto
small talk
(chat; babble; yak; yatter)
(little; petit; petite; slim)
🔗 The garden seemed smaller.
🔗 Among NATO members, Iceland has the smallest population and is the only one with no standing army.
🔗 Please read this if you are travelling with a small child.
(speak)
🔗 Who are you talking to?

EngelsAfrikaans
small talk geklets; kafpraatjies; kletspraatjies; pratery
small beknop; bekrompe; dun deel; fyn; gering; klein; kleingeestig; kruis; luttel; min; nietig; onbeduidend; petieterig; verboep; verpot; weinig
talk bespreking; gedagtes wissel; gepraat; gerug; gesels; gesprek; onderhoud; praat; praatjie; pratery; sprake; spreek; taal