Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes lijden

Niederländisch	Deutsch (indirekt übersetzt)	Esperanto
lijden (doorstaan; uitstaan)	aushalten ; dulden ; erdulden ; ertragen ; leiden	suferi
🔗 Mijn vijanden zouden lijden, zoals ik geleden had, en erger!
lijden	Weh	sufero
lijden	Leiden	suferado
🔗 Zijn lijden moest daarom vreselijk zijn!
lijden (dulden; gedogen; toelaten; tolereren; velen; verdragen)	dulden ; ertragen	toleri
🔗 Hoe kan zo iemand dergelijk gezelschap lijden?
lijden (ondergáán)	erleiden	suferi
🔗 De secessionisten hadden zware verliezen geleden.
leed (kommer)	Weh	sufero
🔗 Men voelt: hier heerst leed.
lijdelijk (passief)	passiv	pasiva
lijdelijk (passief)	untätig ; tatenlos	senfara
lijdensweg	Leidensweg ; Leidenszeit	kalvaria vojo
lijdzaam (geduldig)	geduldig	pacienca
🔗 „Zo”, zei de Saint op lijdzame toon.
medelijden (deernis; erbarmen; mededogen; medelij)	Mitleid ; Erbarmen	kompato
🔗 Medelijden verdien ik, geen nieuwe slagen van het noodlot!