Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes houwen
Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
---|---|---|
hauen ; ; prügeln ; klopfen ; aufschlagen ; schlagen gegen ; prasseln gegen ; peitschen gegen | ||
(hakken; kappen) | hacken ; hauen | |
🔗 De andere hond zou in stukken worden gehouwen, zodat ieder er zijn deel van kon krijgen. | ||
(afhakken) | ; ; umhacken ; | |
🔗 Inien uw hand of uw voet u tot zonde verleidt, houw hem af en werp hem weg. | ||
(uithouwen) | hauen ; skulptieren | skulpti |
🔗 Ik wist niet dat je beeldhouwde. | ||
(slag) | Hieb ; ; Streich | |
(hak) | Hieb | |
🔗 Toen werd de schedel van de zwarte krijger door een vreselijke houw gespleten en tuimelde het lichaam achterover, bijna op Tarzan. | ||
(slag; tik) | Treffen | |
(afslachten; moorden) | massakrieren | |
heraushacken ; heraushauen | ||
🔗 Veel ervan zijn door mijn volk uitgehouwen, delvend naar ijzer en goud. | ||
(beeldhouwen) | hauen ; skulptieren | skulpti |