Dictionnaire néerlandais–français

Traduction française du mot néerlandais springen

néerlandais	français (traduit indirectement)	espéranto
springen	se fêler	fendetiĝi
springen (barsten; bersten; openbarsten; scheuren)	crever ; éclater	krevi
springen	sauter	salti
inspringen	remplacer ; tenir place de	anstataŭi
ontspringen (opwellen; voortkomen; wellen)	émaner ; sortir de	fonti
opspringen	tressaillir	ekskuiĝi
opspringen	sursauter	eksalti
🔗 Een ogenblik later sprong hij weer op.
opspringen (aanslaan; stuiten)	rebondir	resalti
springbalsemien (reuzenbalsamien; reuzenbalsamine; reuzenbalsemien)	balsamine de l’Himalaya ; balsamine glanduleuse ; impatiente de l’Himalaya ; impatiente glanduleuse	himalaja balzamino
springkikker	grenouille agile	saltrano
springstof (explosief)	explosif	eksplodaĵo
🔗 Maar we hebben geen springstof meer, professor.
springveer (drijfveer; veer)	ressort	risorto
sprong	saut	salto
🔗 Met grote sprongen naderde ik de plek.
terugspringen (afstuiten)	rebondir	resalti
uitspringen (uitstaan; uitsteken; vooruitsteken)	dépasser	elstari
vooruitspringen (uitspringen; uitstaan; uitsteken; vooruitsteken)	dépasser	elstari
🔗 Zo kwam de barkas langs een gedeelte van de ijswand dat onze aandacht trok, doordat het over een afstand van enige honderden meters vooruitsprong buiten de vrij regelmatig gestrekte muur.