Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais dingen
néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
---|---|---|
(spullen) | affaires ; choses ; trucs | aĵoj |
🔗 Bekijk die dingen en ga na of er iets ontbreekt! | ||
(afdingen; afpingelen; marchanderen; pingelen; sjacheren) | marchander | |
aspirer | ||
(ambiëren; streven naar) | aspirer | |
🔗 Visbhume, leerling van de kortelings overleden Hippolito, dong naar eenzelfde betrekking bij de tovenaar Tamurello, doch werd door deze niet aangenomen. | ||
(afpingelen; dingen; marchanderen; pingelen; sjacheren) | marchander | |
🔗 Hij dong niet af. | ||
(zaak) | affaire ; cause ; chose | |
🔗 Maar één ding wist hij nu al. | ||
(object; voorwerp) | chose ; objet | |
🔗 En weet ge wat van dit ding? | ||
(voorwerp) | chose ; produit | |
🔗 Hoe komt dat ding nou hier? | ||
(concurreren; meedingen; wedijveren) | concourir ; rivaliser | |
(concurreren; mededingen; wedijveren) | concourir ; rivaliser |