English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word will

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
will (testament)	laatste wil ; testament	testamento
🔗 Mr. Mugabe died in 2019 at the age of 95, reportedly without leaving a will.
will (wish; volition)	wil	volo
🔗 An October 24 poll revealed an undiminished will.
will (be willing to; want; wish)	willen	voli
🔗 I will hear no excuses.
will (go; be going to; shall)	zullen	<futura helpverbo>
🔗 So it will be.
will	wil	volo
🔗 John says we can be confident that God will grant our requests when they are according to his will.
at will (as you wish; optionally; to taste)	naar believen	laŭvole
at will (at choice; at pleasure)	naar verkiezing	laŭ deziro
goodwill (kindness; favour)	goedwilligheid ; goodwill ; welwillendheid	bonvolo
wilful (intentional; deliberate)	moedwillig	intenca
wilful (obstinate; stubborn; dogged; headstrong; inveterate; balky)	eigenzinnig ; halsstarrig	obstina
willing (obliging; ready)	bereidvaardig	servopreta
willing (voluntary)	gewillig	volonta
🔗 And she had as much as said she was not willing at all, which made him feel even worse.
willing	willig	konsentanta
willpower (decisiveness; determination; resolution; fortitude; resolve)	besluitvaardigheid ; kordaatheid ; vastberadenheid ; beslistheid	decidemo

English	Dutch
will	⇆ door zijn wil oproepen; ⇆ laatste wil; ⇆ testament; ⇆ vermaken; ⇆ wens; ⇆ wensen; ⇆ wil; ⇆ willen; ⇆ zullen
according to their own will and pleasure	⇆ naar eigen goeddunken
at the will of	⇆ ingevolge de wil van; ⇆ naar goedvinden van; ⇆ op wens van
at will	⇆ naar believen; ⇆ naar eigen goeddunken; ⇆ naar verkiezing
boys will be boys	⇆ jongens zijn nu eenmaal jongens
free will	⇆ vrije wil
have a will of one’s own	⇆ weten wat hij wil
holographic will	⇆ eigenhandig geschreven testament
last will	⇆ testament
last will and testament	⇆ testament
make one’s will	⇆ zijn testament maken; ⇆ zijn testament opmaken
remember somebody in one’s will	⇆ iemand in zijn testament zetten
thy will be done	⇆ uw wil geschiede
where there ’s a will there’s a way	⇆ waar een wil is, is een weg
will away	⇆ vermaken
will away to	⇆ bij testament vermaken aan
will oneself to	⇆ zich dwingen te
with a will	⇆ bij het leven; ⇆ dat het een aard heeft; ⇆ dat het een lieve lust is; ⇆ met lust; ⇆ uit alle macht
goodwill	⇆ goedwilligheid; ⇆ goodwill; ⇆ gunst; ⇆ klandizie; ⇆ nering; ⇆ welwillendheid
he’d	⇆ hij had; ⇆ hij zou
he’ll	⇆ hij zal
I’ll	⇆ ik zal
it’ll	⇆ het zal
self‐will	⇆ eigenzinnigheid; ⇆ koppigheid
she’d	⇆ zij had; ⇆ zij zou
she’ll	⇆ zij zal
strong‐willed	⇆ gedecideerd; ⇆ wilskrachtig
that’ll	⇆ dat zal
they’ll	⇆ zij zullen
we’ll	⇆ wij zullen
wilful	⇆ eigenzinnig; ⇆ halsstarrig; ⇆ met voorbedachte rade gepleegd; ⇆ moedwillig
willing	⇆ bereid; ⇆ bereidvaardig; ⇆ bereidwillig; ⇆ gewillig; ⇆ goedwillig
will‐o’‐the‐wisp	⇆ dwaallicht; ⇆ dwaallichtje
willpower	⇆ wilskracht
you’d	⇆ jij had; ⇆ jij zou; ⇆ jullie hadden; ⇆ jullie zouden; ⇆ u had; ⇆ u zou
you’ll	⇆ jij zal; ⇆ jullie zullen; ⇆ u zult