Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word wensen
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (begeren; verkiezen; verlangen) | ; ; | |
🔗 Wat wenst u van mij, juffers? | ||
| (feliciteren) | ||
🔗 Kaa, de grote tijgerpython had, misschien voor de tweehonderdste maal sedert zijn geboorte, zijn huid vernieuwd, en Mowgli, die nooit vergat dat hij in die nacht in de Koele Holen aan Kaa zijn leven had te danken, ging hem gelukwensen. | ||
| (vermaledijen; vervloeken) | ; imprecate | |
🔗 Zij verbeeldt zich ene koningsdochter te zijn, die verwenst is door enen machtige tovenaar, en in enen kuil onder de grond moet zuchten en tranen storten, totdat haar verloofde, de prins Arthur, haar komt verlossen. | ||
| (begeerte; lust; verlangen; zucht) | ; | |
🔗 Het was mijn vaders wens. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| wensen | ⇆ bid; ⇆ choose; ⇆ desiderate; ⇆ desire; ⇆ want; ⇆ will; ⇆ wish |
| gelukwensen | ⇆ compliment; ⇆ congratulate; ⇆ felicitate; ⇆ joy |
| gewenst | ⇆ desirable; ⇆ eligible; ⇆ wished; ⇆ wished for; ⇆ desired |
| toewensen | ⇆ wish |
| verwensen | ⇆ imprecate; ⇆ curse |
| wens | ⇆ desire; ⇆ wish; ⇆ will |