English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word stone

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(clay; earthen; earthenware);
klei‐
;
van klei
;
(metalled; stony; adamant)
🔗 Crouched against the stone wall, he listened.
🔗 A stone, coming from nowhere, crashed into the ground at his feet.
(core; kernel; pit; gist; nub; pith; crux)
ŝtonumi
🔗 He was dragged outside the city and stoned to death.
🔗 A long time ago he told me he weighed 16 stone.
Austrian stone pine
(stone pine; Swiss stone pine; alpine pine; cembra pine; Swiss pine; Arolla pine)
;
bauta stone
Italian stone pine
(umbrella pine; stone pine; parasol pine)
stone jar
(Cologne pot)
Keulse pot
grejsa poto
stone jar
aarden kruik
stone marten
(stone‐marten; beech marten; white‐breasted marten; garduña)
stone orpine
(reflexed stonecrop; Jenny’s stonecrop; blue stonecrop; prick‐madam)
cornerstone
(quoin)
bazangula ŝtono
(aetites; aquilaeus)
etito
flagstone
(tile)
;
freestone
(ashlar)
;
ardena gnejso
grindstone
(knife‐grinder; whetstone)
slijpsteen
milestone
(landmark; milepost)
(adularia)
pitch‐stone
peĉoŝtono
(sedum)
tute senviva
🔗 You’ll be stone‐dead in a moment.
stone‐deaf
stokdoof
surdega
stone‐fruit
(filibuster; practise obstruction)
stonework
(masonry)
stony
(metalled; stone; adamant)
;
; ;
whinstone
(basalt)

EnglishDutch
stone gesteente; <gewichtsmaat>; met stenen gooien naar; ontpitten; pit; steen; steentje; stenen; stenigen; van pitten ontdoen
Austrian stone pine alpenden; arve
bauta stone bautasteen
boundary stone grenssteen
building stone bouwsteen
cast the first stone de eerste steen werpen
give a stone for bread stenen voor brood geven
Italian stone pine parasolden
kidney stone niersteen
kill two birds with one stone twee vliegen in één klap slaan
leave no stone unturned alles op haren en snaren zetten; hemel en aarde bewegen; niets onbeproefd laten
memorial stone gedenksteen
meteoric stone meteoorsteen
natural stone natuursteen
no stone remained upon another er bleef geen steen op de andere
philosopher’s stone steen der wijzen
precious stone edelgesteente
precious stones edelstenen
pumice stone puimsteen
rolling stone rusteloos persoon
semi‐precious stone halfedelsteen
sink like a stone zinken als een baksteen
stone age steentijd; steentijdperk
stone bit steenboor
stone breaker steenklopper
stone chippings keislag; steenslag
stone jar Keulse pot; aarden kruik
stone marten fluwijn
stone orpine tripmadam
stone sober broodnuchter
stone to death stenigen
throw stones at bekladden; met stenen gooien naar
capstone deksteen; sluitsteen
chalk‐stone jichtknobbel
cope‐stone deksteen; kroon op het werk; sluitsteen
coping‐stone deksteen; kroon op het werk; sluitsteen
cornerstone hoeksteen
curbstone randsteen; stoeprand; trottoirband
date‐stone dadelpit
dripstone druipsteen; leksteen
eagle‐stone adelaarssteen
flagstone platte steen; plavuis; tegel; vloersteen
flint‐stone vuursteen
foot‐stone grafsteen
foundation‐stone eerste steen; hoeksteen
freestone arduin; arduinen; bouwsteen; hardsteen; hardstenen
furstone ketelsteen
gall‐stone galsteen
grape‐stone druivepit
gravestone grafsteen; grafzerk
grindstone slijpsteen
headstone grafsteen; hoeksteen
hearth‐stone haardsteen; schuursteen
holystone schuren; schuursteen
ironstone ijzersteen
limestone kalksteen
marlstone mergelsteen
milestone mijlpaal; mijlsteen
millstone molensteen
moonstone maansteen
oilstone oliesteen
pitch‐stone peksteen
plum‐stone pruimepit
stone‐cold steenkoud
stonecrop vetkruid
stone‐cutting steenhouwen
stoned geflipt; gestenigd; laveloos
stone‐dead hartstikke dood; morsdood
stone‐deaf hartstikke doof; potdoof; stokdoof
stone‐fruit steenvrucht
stone‐hard keihard; knoerthard; steenhard
stone‐pit steengroef; steengroeve
stone’s‐cast steenworp
stone’s‐throw steenworp
stonewall obstructie voeren; verdedigend spelen
stoneware steengoed
stonework metselwerk; steenwerk
stony bikkelhard; hard; ijskoud; meedogenloos; onbewogen; steenachtig; steenhard; steen‐; stenen; stenig; wreed
tombstone grafsteen; grafzerk; zerk
whinstone basalt