Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word steenvrucht
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
stone‐fruit | ||
(baksteen; tichel) | ||
🔗 Reith gooide een steen door de poort. | ||
🔗 Aan de andere kant ervan lag een grote stad van steen waarvan een groot gedeelte was aangetast door de tijd. | ||
🔗 Er is altijd wel een of andere miljonair te vinden die de steen clandestien wil kopen. | ||
🔗 Te oordelen naar het geluid dat het wezen maakte, bestond het nog steeds uit steen, zij het dan levende steen. | ||
🔗 In de buurt stonden veel bomen die grote, harde vruchten droegen. |
Dutch | English |
---|---|
steenvrucht | ⇆ drupe; ⇆ stone‐fruit |
steen | ⇆ brick; ⇆ stone |
vrucht | ⇆ fruit; ⇆ offspring; ⇆ product |