English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word shoulder‐bag

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(sack; sac; pouch);
(bale; package);
(catch; grapple; captivate; grab; seize; trap; apprehend; grasp; snare)
(prey; capture; quarry)
(verge; verge of a road; berm)
(verge; verge of a road)
🔗 Lan was at her shoulder, though he had to look twice to see the man.
met de schouder duwen
ŝultropuŝi
🔗 He shouldered the door shut in her face, and heard laughter from the other side.

EnglishDutch
shoulder‐bag schoudertas
bag baal; buidel; builtje; buitmaken; colli; collo; flodderen; geschoten wild; hoog van de toren blazen; in zakken doen; in zijn zak steken; koffer; opzakken; pak; pikken; schieten; slobberen; slodderen; tableau; tas; uier; uitweiden; vangen; vangst; weitas; weten de bemachtigen; zak; zakken; zakkerig zitten; zwellen
shoulder berm; dringen; met de schouder duwen; op de schouder nemen; op de schouders nemen; op zich nemen; schoft; schouder; schouderen; schouderstuk