English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word paw

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(foot)
(leg; shank)
front paw
(foreleg)
antaŭa piedo
paw the ground
(stamp)
; ;
voorbeen
;
antaŭa kruro

EnglishDutch
paw bepotelen; betasten; handtastelijk worden; klauw; klauwen; knuist; krabben; met de poot aanrken; met de poot krabben; poot; pootje; ruw beetpakken; tengel; vlerk
front paw voorpoot
goat’s paw bokkepoot; bokspoot
paw the ground met een hoef over de grond schrapen
pawing handtastelijkheden