Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word betasten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bevoelen; tasten; voelen; frutselen; morrelen aan);
grope
;
🔗 Hij betastte voorzichtig zijn oor en verviel in een somber gepeins.
(betasten; bevoelen; voelen; frutselen; morrelen aan);
grope
;
🔗 Zijn handen tastten naar zijn hoofd.

DutchEnglish
betasten dab at; feel; finger; fingering; fumble; grope; handle; palp; palpate; paw
tasten dive; fumble; grabble; grope; poke; feel; touch