Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bokspoot

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Verdraaid, en je brengt een ouwe taaie bok mee terug.
(blunder; flater)
(rek; schraag)
trestle
(geitebok)
billy‐goat
;
🔗 De bok kauwde onverschillig op een sprietje.
hoist
(flikker)
faggot
(been);
🔗 Toen snuffelde hij weer eens en legde zijn kop weer tussen zijn poten.
(voet);
(flikker; homo; nicht);

DutchEnglish
bokspootgoat’s paw
met bokspotengoat‐footed
bokbilly‐goat; blunder; boner; box; buck; coach‐box; derrick; he‐goat; horse; rest; wooden horse; trestle; vaulting buck; jack; bloomer; howler
pootclaw; foot; hand; leg; paw; poof; poofter; queer