English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word management

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
management
(administration; board)
management
(administration)
; ;
management
(steering; conduct)
management
(control)
;
staatsadministratie
;
staatsmonopolie
(direct; guide; steer; conduct; drive; head; lead; refer; address);
(keep house);
mastrumi
(administer); ;
🔗 Aleksej managed to buy a ticket to Vladikavkaz in the Russian region of North Ossetia, just north of the Georgian border.
wanbeheer
🔗 Putin’s position was clearly weakening because of the war’s catastrophic mismanagement.

EnglishDutch
management administratie; bediening; bedrijfsleiding; bedrijfsvoering; behandeling; beheer; bestuur; directie; leiding; management; overleg
asset management vermogensbeheer
industrial management bedrijfsleiding
management and labour de sociale partners; werkgevers en bonden
management and unions de sociale partners; werkgevers en bonden
middle management middenkader
state management staatsbeheer
stockpile management voorraadbeheer
under direct management in eigen beheer
co‐management medezeggenschap
manage aankunnen; administreren; bedisselen; behandelen; beheren; besturen; flikken; het aanleggen; het bolwerken; het klaarspelen; het uitzingen; het ’m flikken; het ’m leveren; leiden; opkunnen; regeren; rondkomen; versieren; weten
mismanagement slecht bestuur; wanbeheer; wanbeleid; wanbestuur
stage‐management regie